De 613 Mitzwot - Deel 3

We krijgen vaak het verzoek om een studie te maken over de 613 geboden die binnen het Joodse geloof worden gehanteerd. Je kunt je voorstellen dat het een enorme kluif is om een dergelijke studie, of studieserie, te maken. Maar we denken dat we het deels kunnen behandelen in onze blogs. Dit wordt een serie blogs die we op verschillende momenten uitbreiden zonder dat daar een duidelijk schema achter zit. In deze serie gaan we niet heel diep op alles in.

De opzet van deze blogs zal simpel zijn. We zullen een traditioneel rabbijns gebod citeren, dat je kunt lezen in de AENT (Aramees-Engels Nieuw Testament), daarna benoemen we het Bijbelgedeelte waarop dat gedeelte is gebaseerd, en geven we aan of we het eens zijn dat het een gebod is dat we vandaag de dag kunnen doen of dat het een gebod is dat we vandaag de dag niet kunnen toepassen en waarom wel en niet. Vervolgens delen we een aantal opmerkingen of gedachten over de toepasbaarheid vandaag de dag. De vorige keren hebben we de eerste tien geboden behandeld, deze week gaan we dieper in op vijf andere geboden.

Gebod: Om Torah te studeren en te onderwijzen

Deuteronomium 6:7 (HSV)
U moet ze uw kinderen inprenten en erover spreken, als u in uw huis zit en als u over de weg gaat, als u neerligt en als u opstaat.

Opmerkingen:
We zijn het ermee eens dat dit gebod vandaag de dag kan en moet worden nageleefd. Net zoals met de voorafgaande geboden uit de blogs van de afgelopen weken, geloven wij dat we Zijn geboden altijd in gedachten moeten houden, bij alles wat we denken en doen, vanaf het moment dat we opstaan, totdat we weer gaan slapen. Zo moeten we ook aan onze kinderen leren om te leven en te zijn; altijd bewust van de geboden van onze Schepper in alles wat ze denken en doen.

 

Gebod: om Tefillien op het hoofd te dragen

Deuteronomium 6:8 (HSV)
U moet ze als een teken op uw hand binden en ze moeten als een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn.

Opmerkingen:
We zijn het hiermee eens en geloven dat het vandaag de dag nog steeds voor ons van toepassing is. Maar wij geloven dat het binden als voorhoofdsband en als teken op de hand symbolisch is bedoeld. In het gebod wordt geboden om alle geboden van JHWH op onze hand en ons voorhoofd te schrijven. Als dit letterlijk moest worden genomen, dan zou zelfs tefillien (kleine doosjes met daarin het Sjema) niet in overeenstemming zijn met dit gebod. Het is niet mogelijk om alle geboden letterlijk op ons voorhoofd en onze hand te schrijven, omdat het gewoon niet past. In de eerste eeuw was er een aantal Joodse sekten (Farizeeën) die dit gebod letterlijk toepasten vanwege de mondelinge leer (Tradities van de oudsten – zie Marcus 7). Zij deden het Sjema, als samenvatting van alle geboden, in een doosje. De eigenlijke betekenis achter dit gebod is dat we de geboden in onze gedachten (voorhoofd) moeten houden, zodat al Zijn geboden zichtbaar zijn in ons gedrag (hand). Het is een metaforische onderwijsmethode van het Sjema (hoor en doe).

 

Gebod: om Tefillien op de hand te binden

Deuteronomium 6:8 (HSV)
U moet ze als een teken op uw hand binden en ze moeten als een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn.

Opmerkingen:
We zijn het er niet mee eens dat dit gebod letterlijk moet worden uitgevoerd. We zien het op dezelfde manier als dat we kijken naar het binden van tefillien op het voorhoofd, zoals hierboven beschreven.

 

Gebod: om Tzietziets te maken met een blauwe draad

Numeri 15:38 (HSV)
Spreek tot de Israëlieten en zeg tegen hen dat zij voor zichzelf, al hun generaties door, kwastjes moeten maken aan de hoeken van hun kleren. Aan de kwastjes aan de hoek moeten zij een blauwpurperen draad bevestigen.

Opmerkingen:
Tzietziets (kwastjes) moeten aan onze kleding worden gedragen om ons te herinneren (in gedachten houden) aan Zijn geboden. Het gebod is voor de “kinderen van Israël”. Er zijn mensen die daarmee uitleggen dat het alleen voor mannen geldt. Dit zou betekenen dat JHWH dit alleen aan mannen heeft gegeven als middel om te helpen herinneren aan Zijn geboden. In andere verzen slaat de frase “kinderen van Israël” op zowel mannen als vrouwen. Wij geloven dat de uitleg dat het alleen voor mannen, en niet voor vrouwen geldt, slechts een onjuiste traditie is. Wil je daar meer over weten, bekijk dan onze studie “Moeten vrouwen Tzietziets dragen”.

De meeste Joden hebben vandaag de dag geen blauwe draad in hun tzietziets. Volgens ons doen ze dat om onjuiste redenen. Hun “mondelinge wet” (traditie van de oudsten) vereist dat de blauwe verf wordt gemaakt van een uitgestorven of zeldzame slak, en daarom beweren ze dat ze die blauwe draad niet kunnen maken. Maar in Gods Wet is geen sprake van een specifieke kleur blauw (indigo is prima). Dit is een voorbeeld van "het terzijde stellen van de Wet van Mozes vanwege de voorvaderlijke tradities” waarover Jesjoea spreekt in Marcus 7. Gebedssjaals met tzietziets eraan komen voort uit de Joodse vervolging. Zij droegen hun tzietziets niet volgens het gebod omdat ze daarmee heel eenvoudig konden worden geïdentificeerd als Joden. In plaats daarvan bedekten ze hun hoofden met een gebedssjaal (van oorsprong een Babylonische/ zonnegod praktijk) met tzietziets eraan bevestigd als ze gingen bidden. Het woord dat vaak wordt vertaald als "hoeken" kan ook worden vertaald als "randen" of "uiteinden" van onze kleding. Daarom bevestigen veel mensen hun tzietziets vandaag de dag aan de riemlussen van hun broek/rok.

Gebod: om een Mezoeza te plaatsen op de deurposten en in de poorten

Deuteronomium 6:9 (HSV)
U moet ze op de deurposten van uw huis en op uw poorten schrijven.

Opmerkingen:
Net als het binden op het hoofd en de hand is dit waarschijnlijk symbolisch. Het is een algemeen Joods gebruik om een “mezoeza” te bevestigen aan de deurpost(en) van je huis, waarin het Sjema zit (hetzelfde concept als de tefillien). Nogmaals, ook hier wordt geboden om al JHWH’s geboden te schrijven op (niet in een doosje) de deurposten en in de poorten. Dit gebod kan niet letterlijk worden genomen, ook al is de “mezoeza” een aardige traditie en een mooi gebruik. Het gaat erom dat je aan Gods geboden denkt als je uit je huis gaat, de wereld in, en als je thuis komt, om je eraan te herinneren dat je ze meeneemt in je huis. Volgens Gods geboden moeten de oudsten van een stad verblijven in de stadspoorten om recht te spreken over allerlei zaken. Daar gaat het om bij het “poorten” gedeelte van dit gebod. In zaken van oordeel en regels moeten we de dingen doen in overeenstemming met Gods geboden.

We hopen dat we hiermee een beetje duidelijkheid hebben gegeven over de derde set van 5 geboden en hun toepasbaarheid in ons hedendaagse leven. Niet alleen wij zelf, maar ook ons begrip van de culturele uitleg en de context van de Bijbel, zijn ons grootste obstakel om te begrijpen en daarmee te gehoorzamen aan de wegen van onze Schepper. Elke dag moeten we kiezen of we wel of niet gehoorzaam zijn, en daarmee kiezen we tegelijkertijd wie we dienen

Sjalom