Een vrouw heeft 10 zilveren penningen drachmen/munten), ze verliest er een, zoekt, vindt, bekeert zich en vervolgens verheugt ze zich daarover. Jesjoea zei dat als we oren hadden om te horen, we het zouden begrijpen. Waar gaat het over bij de ontbrekende zilveren munt. Wat is de betekenis van deze gelijkenis in Lukas 15: 8-10?