In de Hebreeuwse tekst van Gods Woord worden de tekens Alef en Tav (אֵת) regelmatig gebruikt, zonder dat ze worden vertaald.
De Alef is de eerste en de Tav de laatste letter van het Hebreeuwse alefbeet, zoals de alfa en omega de eerste en laatste letter zijn van het Griekse alfabet en de A en Z in het Nederlandse alfabet.