Wat betekent het als Jesjoea tijdens het Laatste Avondmaal in een metafoor het brood vergelijkt met Zijn lichaam en de wijn met Zijn bloed? Hoe zit het dan met het feit dat de Torah aangeeft dat we geen bloed mogen drinken? Hoe kan Jesjoea dit in een metafoor gebruiken als het ogenschijnlijk in tegenspraak is met de Schrift?